Willem Jij bent bij de uitvaart van een vriend. Tijdens een toespraak zit je vreselijk te hoesten. Ik breng je een glaasje water zodat dat, voor jou en de toehoorders, hinderlijke gehoest misschien ophoudt. Toen nog niet wetend dat dit glaasje water een onvergetelijke indruk op jou maakte en dit het begin was van een bijzonder contact. Een jaar later bel je mij. Jouw geliefde vrouw is overleden en ik zal en moet jou helpen met het regelen van de uitvaart. Ik sputter wat tegen, want: A: ik heb het eigenlijk te druk en B: ik ga over een paar dagen met vakantie. Daar heb jij geen boodschap aan. Ook mijn argumenten dat ik een lieve collega heb die je dan gaat helpen bieden geen soelaas. Uiteindelijk help ik jou en je kinderen de uitvaart in de steigers te zetten maar omdat mijn vliegreis geboekt is moet ik toch echt met vakantie en begeleidt mijn collega jullie bij de uitvaart. In die dagen geef je me de opdracht dat als ik in de buurt van Capri ben, ik zeker een pizza moet gaan eten bij een met naam genoemd restaurant met een goed glas wijn erbij, ook al is dat volgens jou belachelijk duur. Na mijn vakantie ga ik bij je op de koffie om na te praten. Je vraagt bijna gelijk of ik wel op Capri geweest ben. Dat kan ik beamen. Later zie ik op mijn bankafschrift een extra betaling met als omschrijving: Pizza en wijn Capri, groet Willem. Een half jaar later op oudejaarsdag bel je me weer. Nu met het verdrietige nieuws dat jouw zoon overleden is. Ik zie je verdriet en je lijkt in een paar dagen ineens echt oud te worden. Die dag sta ik in de schuur oliebollen te bakken. Jij hebt het huis vol met familie. Ik bak nog een extra stel en breng ze naar jou om je toch een beetje oudejaars gevoel te geven. Na de uitvaart van jouw zoon bedank je mij met de woorden, “Nog één keer Wies… en dat zal ik zelf zijn”. Lieve, charmante soms wat knorrige Willem, die laatste keer kwam. Ik schrok toen ‘s morgens de telefoon ging en ik in het scherm jouw dochters naam zag staan. De laatste keer was aangebroken. Dag mooi mens.
Boos! Ik ben boos. Ik heb vaker gehoord dat het gebeurde maar in 10 jaar nog niet van dichtbij meegemaakt. Echter onlangs overkwam het een familie die ik mocht helpen bij het organiseren van de uitvaart van echtgenote, moeder en oma. Alles verloopt zoals het behoort te verlopen. Kaarten worden gemaakt om gasten uit te nodigen. Een advertentie in de krant waar de mogelijkheid tot condoleren en afscheid nemen wordt vermeld. Zoals meestal gebeurt, het adres van de familie erin waar kaartjes naar toegestuurd kunnen worden. De condoleance verloopt goed. Veel meer mensen dan verwacht schuifelen in groepjes langs de kist om afscheid te nemen en de familie wordt op gepaste afstand gecondoleerd. Napratend met een kopje koffie bespreken we nog de laatste details voor de uitvaart van morgen. Getroost door de vele belangstellenden keert de familie huiswaarts. De kinderen gaan nog even met vader mee naar huis. Daar slaat de schrik om het hart. De achterdeur staat open en het hele huis is een grote chaos. Kasten staan open, laatjes zijn op de kop gegooid en overal door het hele huis liggen spullen. Achteloos en in grote haast rond gegooid. Verbijsterd kijkt iedereen om zich heen. Al snel staat de recherche op de stoep. Een eerste onderzoek naar wat verdwenen is leert dat in elk geval de sieraden van moeder verdwenen zijn. Wat een minne streek. Vader, behoorlijk overstuur, slaapt die nacht bij zijn zoon. De volgende dag vertrekken we samen vanaf het uitvaartcentrum. We spreken af dat we ervoor waken dat deze dag van afscheid alleen maar over de inbraak zal gaan. Terwijl wij luisteren naar muziek en verhalen vertellen over echtgenote, moeder en oma onderzoekt de recherche het woonhuis in de hoop sporen en aanwijzingen te vinden om deze minkukels te pakken. Laten we het hopen. Na de begrafenis staat de familie een klus te wachten van opruimen en schoonmaken. In de hoop daarna wat rust te vinden en het verlies een plek te kunnen geven. Ik realiseer me dat boos zijn niet helpt en het alleen maar voor een naar gevoel zorgt. We moeten dus nog voorzichtiger zijn met informatie die in de krant komt te staan. Wat doe je wel en wat niet. Dan toch maar altijd een ander adres gebruiken? Maar ja…. Moeten we ons laten regeren door angst? Ik hoop van niet, maar dit was een enorm minne streek.
Losgeknoopt en losgelaten. Tien uur voordat hij honderd en twee jaar oud zou worden overlijdt George. Meer dan een eeuw geleefd. Tot op hoge leeftijd was George nog actief. In het dorp waar hij tot een jaar voor zijn dood woonde had hij een ‘landje’. Een weiland met wat bomen, een bouwkeet die hij had ingericht om uit te rusten, te lezen en een kopje koffie te zetten. Het was de plek waar hij zich terug trok en wat ‘rommelde’ in de natuur. Eigenhandig verplaatste hij een slootje dat volgens hem niet handig bij zijn landje stroomde. Menig feestje werd hier gevierd. Een mooie plek om samen te komen met zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Het was dan ook eigenlijk vanzelfsprekend dat we op zijn landje afscheid van hem namen. De middag voor zijn uitvaart brengen we hem vanuit het verzorgingshuis, waar hij de laatste tijd woonde, in zijn met bloemen en takken versierde eigen camper naar ‘zijn landje’. Een mooie pagodetent staat centraal en daar komt zijn ruwhouten kis te staan, beschermd met een klamboe tegen muggen en vliegjes. Als de condoleance voorbij is en velen afscheid van George hebben genomen zetten de kinderen hun eigen tenten op. Een laatste nacht kamperen met pa op het ‘landje’. De volgende middag haal ik de familie op bij het ‘landje’. Ze wachten in de stromende regen om hem naar het crematorium te brengen. Na een indrukwekkende ceremonie, met vele toespraken, muziek en beelden vormt het gezin van George een kring rondom zijn kist. Bovenop de kist ligt een grote rol touw. Het middelste stuk ligt geknoopt in Georges handen in de kist. Aan beide zijden van de kist komt het touw door een in de kist geboord gat naar buiten . Zesentwintig stukken touw zijn aan elkaar geknoopt. De familie vormt een kring om George. Terwijl muziek klinkt maakt de oudste zoon de eerste knoop los en neemt afscheid van zijn vader. Zo knoopt de familie zich los van vader, schoonvader opa en overgrootvader. Het jongste achterkleinkind maakt de laatste knoop los en loopt weg bij de kist. Ieder neemt zijn eigen stuk touw en daarmee de herinnering aan George mee naar huis. De fysieke knoop, symbool van de verbinding van hun leven met dat van George.
Troost in coronatijd. Hoe creëer je nabijheid als je 1,5 meter afstand moet houden. Juist in de periode van verlies en verdriet hebben mensen behoefte aan die arm, die schouder, die knuffel. Fysieke troost wordt gemist, zeer zeker, maar de alternatieven die bedacht worden zorgen ook voor ontroering, troost en warmte in het hart.. Zo liep de hele buurt uit toen we met Henk vanuit huis naar het crematorium reden. Alle buren stonden voor hun huis, met een rood papieren hart op een stokje. Zo bewezen zij een geliefde buur hun laatste eer. Bij thuiskomst vond de familie al deze harten met lieve teksten in hun tuin. De ereronde die we reden ontroerde mij en vele anderen. Voor Herman hingen alle vlaggen halfstok toen we in de rouwstoet langs zijn woonhuis reden. We organiseerden een drive-thru condoleance voor Wouda. Zo’n tachtig auto’s reden naar de sfeervolle tent waar de familie en de kist opgesteld stonden, omringd door bloemen en kaarsen. Elke auto stopte, zette de motor uit en er was kort tijd voor een praatje en een knuffel op afstand. Het koor, waar zij lid van was kwam als laatste. Zij vormden een grote kring. Terwijl de koormuziek uit de boxen klonk, zong ieder voor zich zachtjes mee. Ingetogen en intiem en misschien nog wel intenser dan het handen schudden bij een pré-corona condoleance. Als troost schreef Regine Hilhorst, vriendin en mede auteur van onze bundel “Hoe zeg je dag als je iemand niet kunt missen…" het volgende gedicht nadat haar vader aan corona was overleden. Dit gedicht kreeg een plaats op een tijdelijke gedenkplek bij de crematoria voor alle mensen die afscheid nemen van een dierbare in coronatijd. Brug Strek je hand en voel de mijne Voorbij het zicht blijf ik dichtbij Mijn levend lijf heeft je verlaten Toch ben ik er als je me roept Noem mijn naam en neem me mee Gedragen ga ik nooit verloren Proost op mij in goed gezelschap Later, als dichtbij weer mag En mis je troost van warme armen In herinnering hou ik je vast Ik toost op jou, de achterblijver Dat je mijn eind gaat zien als nieuw begin Strek je hand en voel de mijne Voorbij het zicht blijf ik dichtbij ©April 2020 Regine Hilhorst Ik wens u allen veel troost en verbondenheid in deze tijd.
Afscheid op afstand. “Je zult het wel heel druk hebben in deze tijd? ” Een vraag die me sinds de uitbraak van Corona veelvuldig gesteld wordt. Gelukkig valt het hier in Twente nog mee. Het lijkt erop dat Corona hier minder om zich heen grijpt dan in het Zuiden van ons land. Daar waar collega’s in o.a. Brabant dag en nacht werken en de crematoria zelfs op 1e paasdag open zijn is het in Twente niet drukker dan gemiddeld. Gelukkig maar. Toch brengt de crisis heel wat aanpassingen met zich mee rondom afscheid nemen. Samen met de familie zoek ik binnen de beperkingen die opgelegd worden door het RIVM naar mogelijkheden om een afscheid zoals altijd warm en liefdevol te laten zijn. Iedereen weet ondertussen wel dat er maximaal dertig mensen aanwezig mogen zijn bij een ceremonie. Bijna alle locaties (kerken en crematoria) voorzien in een livestream verbinding zodat belangstellenden de ceremonie op afstand kunnen volgen. Maar als je als dochter in het buitenland woont en niet bij het afscheid van je vader kan zijn, dan voelt een livestream toch tè koud. Op de dag van de uitvaart neem ik mijn collega en mijn mobiel op een statief mee. Mijn collega belt met de dochter in Londen en vanaf het moment dat de kist in de rouwauto geplaatst wordt is zij samen met haar echtgenoot in een videocall bij de uitvaart van haar vader. Ze maakt mee dat we langs kantoor van vader rijden waar oud-collegae buiten staan en de laatste eer bewijzen. Ze ziet ons in de rouwstoet langs het woonhuis van vader en moeder rijden, waar buren de vlag half stok hebben gehangen en op gepaste afstand op de stoep staan. Ze spreekt even met een vriendin die ook langs de route staat. In de kerk leest zij via de telefoon samen met haar zus en oom de voorbeden voor. Na de uitvaartviering is er nog even gelegenheid met haar familie te praten voordat ze in de rouwstoet mee gaat naar de begraafplaats en ziet ze toe hoe haar familie haar vader te rusten legt in het graf. Een afscheid op afstand maar toch dichtbij.
Corona in de uitvaart Ik kom terug van een relaxed weekje vakantie, en heb weer enorm veel energie. De enige Coronamaatregel op dat moment: geen handen geven. De volgende dag help ik collega Angelien bij een uitvaart. Het went snel dat er geen handen geschud worden. Een hand op het hart en een kleine buiging naar de familie voelt ook heel warm. ‘S middags zit ik bij een andere familie aan tafel. Er zijn nog geen restricties maar in ons achterhoofd houden we rekening met wijzigingen van plannen. Halverwege de middag geef ik de drukker opdracht voor het maken van de uitnodigingskaart. Er worden veel, heel veel gasten verwacht. Dan de persconferentie. Advies niet meer dan honderd gasten bij een ceremonie. Huh? Stop de persen is mijn dringende telefoontje naar de drukker. Het aantal genodigden brengen we terug naar zeventig en de anderen nodigen we uit voor een condoleance. Drie dagen blijft het rustig aan het nieuwsfront en de uitvaart krijgt vorm. De kleinkinderen beschilderen de kist en alles wordt in gang gezet voor de ceremonie. Catering bespreken, muziek uitzoeken, sprekers bereiden zich voor. Dan… nieuwe persconferentie. Maximaal dertig personen bij een ceremonie… We blazen de ceremonie helemaal af, voor de condoleance is dit niet meer haalbaar. We laten het er op aan komen en hopen op gezond verstand. Dat blijkt, iedereen houdt afstand en met de hand op het hart wordt er troost gebracht. Ongeveer twintig procent van de genodigden komt. Het condoleance boek is vervangen door een online register. De zon schijnt volop wanneer we de volgende dag met een klein intiem gezelschap naar de begraafplaats lopen, de kist op een loopkoets tussen de kinderen in. Een warm, liefdevol klein afscheid. Echter, de maatregelen worden aangescherpt. De volgende opdracht verloopt alweer anders. Minimaal contact is het advies. Het uitzoeken en bespreken van de rouwkaart vind ik echt lastig om telefonisch te doen. Ik bezoek de dochters en zitten twee meter van elkaar af. De verdere uitvaart bespreken we vooral via skype. In de kleine ceremonie steken we kaarsjes aan voor alle mensen die niet fysiek bij dit afscheid mogen zijn. Terwijl ik dit schrijf bekruipt me het gevoel dat we er nog niet zijn. Ik hoop dat ik kleine ceremonies mag blijven organiseren zodat je als familie goed afscheid kunt nemen van je dierbaren. En niet zoals in Italië, waar zelfs geen afscheidsbijeenkomst meer mogelijk is. Zorg goed voor jezelf en je dierbaren!
The last dance Volksdansen is zijn ziel en zaligheid. Hij geeft dansles, organiseert dansweekenden in binnen en buitenland en is daarnaast dol op zijn tuin. Het is Eefs wens dat dit allemaal belicht wordt in zijn afscheid. Een paar dagen voor zijn overlijden bespreken we dit. Het is voorjaar en de temperaturen zijn al zomers. Omdat Eef thuis opgebaard wil worden kiezen hij, zijn vrouw en kinderen ervoor zijn lichaam te laten balsemen. Dat vergroot de kans op het slagen van de thuisopbaring. In zijn werkkamer wordt een plek voor hem gecreëerd. De condoleance aan huis organiseren we een paar dagen later aan het einde van de middag en trekken er ruim tijd voor uit. Eef ligt in zijn ruwhouten kist buiten in de tuin, tussen de volop bloeiende bloemen en struiken. Een lange sliert van familie, vrienden en kennissen loopt langs zijn kist en brengt troost mee voor de familie. De volgende dag rijdt de uitvaartbus voor. De kist midden in de bus, bloemen en familie rondom hem. Op ons gemak rijden we door zijn geliefde Twentse landschap naar het Lutterzand waar de afscheidsbijeenkomst in de buitenlucht gehouden wordt. De gasten worden ontvangen met een heerlijke vegetarische lunch en zelfgemaakte arretjescake bij de koffie. Aan het begin van de ceremonie kiest iedereen een steen uit. Stenen die hij vond tijdens vakanties en wandeltochten. Na een aantal sprekers en muziek, gemaakt door zijn kinderen, wandelt het hele gezelschap in stilte naar de oever van de Dinkel. Iedereen is met zijn of haar gedachten bij Eef. Sommigen leggen hun steen in het water, anderen nemen de steen mee naar huis. Terug bij de afscheidslocatie vormt de familie samen met de gasten een grote kring en wordt de laatste dans gedanst. Een afscheidsdans voor Eef.
Doe het zelvers ‘We willen alles zelf doen”. Dat is het eerste wat ik hoor als de koffie ingeschonken is en ik de kring rondkijk na mijn vraag hoe dit gezin afscheid van vader wil nemen. “Dat kan... en wat verwachten jullie dan van mij? Wat wordt mijn rol?” “Jij hoeft alleen maar in de gaten te houden of wij overal aan denken.” Aan de slag! De tekst voor de kaart is al klaar. Ik lees deze door met mijn “uitvaartoog” en zie dat ze het tijdstip van de ceremonie zijn vergeten. Klein detail… Twee zonen gaan in de schuur bezig met het maken van de kist. Ze hebben in de weken voorafgaand aan het overlijden van vader al een bouwtekening van internet geplukt en er wordt driftig gezaagd en getimmerd. Op de bodem maken ze een matras van stro, vader Piet moet natuurlijk wel zacht liggen. Samen wikkelen we hem in een zachte flanellen doek en leggen hem in de kist. Wanneer de houtkrullen opgeveegd zijn richten we de schuur, waar Piet altijd aan het klussen was, in als opbaarkamer. Met een vloerkleed en bloemen wordt het al snel huiselijk. Kaarsen erbij en de ‘aula’ is klaar. Ondertussen is het een komen en gaan van vrienden en familie. Ze brengen maaltijden, bloemen en troost. Ik zorg ondertussen voor de afspraken bij het crematorium, de aangifte van overlijden bij de gemeente en andere administratieve zaken. De volgende dag bespreken we hoe ze de ceremonie willen invullen. Vader was een Bourgondiër en hield van een lekker hapje en een borreltje. De beheerder van de locatie waar de afscheidsceremonie gehouden wordt vindt het prima als de familie zelf hapjes maakt. Hij zorgt voor vaders favoriete borrel. Dan is de dag van het afscheid daar. Dochter Marieke rijdt haar vader in zijn eigen ‘klusbus ‘ naar de afscheidslocatie. Schalen met hapjes staan tussen de bloemen op de kist. Alle gasten staan aan statafels en rondom de kist. Verhalen worden verteld, herinneringen gedeeld, muziek gemaakt. Met een lach en een traan neemt dit gezin afscheid van vader Piet. Buiten vormen de gasten een erehaag. Een borreltje in de hand. Zo wordt Piet zelf uitgedragen door zijn kinderen terwijl de gasten een proost op het leven van Piet uitbrengen.
De familie die niets wil…. De vader van onze vriend Ron is al behoorlijk op leeftijd. Dik in de negentig. De laatste tijd gaat zijn gezondheid achteruit en het lijkt er nu sterk op dat vader het aardse voor het hemelse gaat verruilen. Ron seint mij al in dat het een zeer sobere uitvaart zal worden. Vader wil geen gedoe en voor ‘de zonen die ook niet zoveel met de dood ophebben’ is dit goed. Pa zal zonder familie naar het crematorium gebracht worden en dan een paar dagen later een goede borrel met familie en vrienden. Met regelmaat krijg ik een telefoontje dat het nu wel echt slecht gaat met pa en of ik stand-by ben. Tja, das altijd lastig beloven, mijn vakantie komt er aan en de opdrachten die binnenkomen accepteer ik. Als mijn vakantie voorbij is, leeft vader Jan nog. Rons tijd in Nederland zit er bijna op, hij vliegt binnenkort met zijn vrouw terug naar de Filipijnen. Het is alsof Jan het allemaal aanvoelt. Enkele dagen voor het geplande vertrek overlijdt hij. Laat op de avond rij ik naar het huisadres in de verwachting dat mijn zorgteam pa gaat ophalen en dat ik de dag van de crematie plan. Binnen zit de kamer vol met familie en vrienden. Zoals gebruikelijk bij Jan, wordt er gegeten en gedronken. Bourgondiër pur sang. Tussen de menigte vind ik Ron en zijn broer. ‘Zal ik mijn zorgteam bellen, dat ze Jan op komen halen?’‘Nouhhh dat is wel erg snel laat hem toch nog maar een nachtje thuis. Ennuhhh, er gaan toch wel wat mensen mee naar het crematorium hoor’. Prima. De volgende dag gaan we Jan in de kist leggen. Waar eerst de familie toch wat afhoudend was om te helpen, het hoefde allemaal niet zo nodig, hielpen de zonen Jan in de kist leggen. Samen sluiten ze de kist en ach dan toch ook maar de bloemen die in een vaas staan erop anders lijkt het ook zo kaal. Wanneer ik hoor dat er wel 30 vrienden Jan naar het crematorium willen begeleiden lijkt er van een sobere uitvaart niet veel over te blijven. Dan toch ook maar een kop koffie aanbieden. Een muziekje en een speech ontbreken nog. In de familiekamer waar we nog even met een kop koffie rondom de kist zitten klinkt dan toch de muziek van Rachmaninov. Daar hield Jan zo van. Een kleine toespraak van Ron maakt het afscheid van dat moment compleet. Als ik dan nog voorstel om Jan naar de crematieruimte te begeleiden slaakt Ron de zoveelste zucht, maar loopt aangedaan mee. Stap voor stap durfden de zonen afscheid van hun vader te nemen. 2 dagen later werd het leven van Jan groots gevierd met hapjes en drankjes en een toespraak van wel 3 kwartier waarin de zonen niet uitgepraat raakten over hun vader.
Dierenliefde Als een van de kippen van Annekes zoon ziek is belt ze dagelijks om te informeren naar de toestand van de kip en vergeet bijna te vragen hoe het met hem is… Ze is een dierenvriend. De dag na haar overlijden zit ik met haar gezin buiten aan tafel haar uitvaart te bespreken. Kippen scharrelen in de ren, vogels vliegen af en aan naar het voederhuisje en haar ‘oppas’ hond ligt onder tafel. De kinderen hebben al besloten dat er een collage van foto’s op de rouwkaart komt te staan. Foto’s die laten zien wie Anneke was en waar zij van hield. Even later zie ik mezelf op mijn knieën in de kippenren liggen om de kippen te fotograferen. De dochters creëren stillevens van bloempotten en spullen uit haar tuin die ik ook op de foto zet. De kaart wordt prachtig. Anneke in het midden en afbeeldingen van alles wat haar dierbaar is om haar heen, zo ook een gezinsfoto. We hoeven niet lang na te denken over de locatie van de afscheidsbijeenkomst. Geen crematorium of uitvaartcentrum, dat is van meet af aan duidelijk. De keuze valt op ‘Erve Beeklust’, een intieme locatie naast de kinderboerderij. Op de dag van de uitvaart schijnt de zon volop en alle dieren van de kinderboerderij lopen buiten. De grote tuindeuren van het zaaltje staan open. De familie zit met de gasten in een grote kring rondom de kist. Tijdens de stiltes die vallen tussen de toespraken en de muziek, hoor je buiten heel toepasselijk het gemekker van de geitjes en geblaat van de lammetjes. Na de ceremonie vertrekken we in een grote stoet lopend naar de begraafplaats. Echtgenoot en kinderen lopen naast de baar, Anneke tussen hen in. Precies op het moment dat we het bruggetje over de Almelose Aa oversteken, beginnen de eenden overweldigend te kwaken. Even verderop beginnen twee koeien spontaan te loeien en de schapen, misschien geschrokken van de grote groep mensen, rennen een eind langs het gaas met ons mee. Een laatste groet van de dieren aan een dierenvriend.
Eigen keuze… ‘Mijn zoon is dood’. Vol emotie denderen deze woorden mijn oren binnen. ‘Hij heeft het zelf gedaan…’ Ik word stil… ‘Kun jij ons komen helpen’? Ja dat kan. Wil je dat ik gelijk kom? ‘Ja, het liefst zo snel mogelijk.’ Ik pak mijn spullen bij elkaar en stap in de auto. Onderweg peins ik over wat ik tegen kan komen. Machteloosheid, verdriet, boosheid…? Ik besluit alles op me af te laten komen en weet dat ik vooral rust en tijd moet creëren. Geen haast. Ik tref een huis vol familie. Iedereen zit er verslagen en geëmotioneerd bij. Vader, moeder en zus zijn met de politie in gesprek. Ben ik niet te vroeg, vraag ik me af. Even later lopen vader en moeder voorbij om bij Koen te gaan kijken. Ik voel me teveel op dit moment en zou het liefst weggaan en later terugkomen. “Nee, blijf alsjeblieft.”, zegt moeder. “Ik wil dat hij vanavond nog naar het uitvaartcentrum gaat, ik kan het lichaam van mijn overleden kind niet in huis hebben.” Het ongeloof dat hun zoon niet meer wil en kan leven en de wanhoop die dat met zich meebrengt is overduidelijk. Ik neem contact op met mijn zorgteam. Ze komen zo snel mogelijk om aan moeders wens te voldoen. De volgende dag pols ik wat de familie nodig heeft om afscheid te nemen. We gaan eerst samen naar het uitvaartcentrum om Koen aan te kleden. Eenmaal daar wordt het gevoel anders. “Koen hoort thuis! We nemen hem weer mee.” In huis maken we plaats in een kamer waar Koen in zijn kist komt te liggen. In de loop van de dagen vult de kamer zich met bloemen en veel kaarsen. De hele dag door is het een komen en gaan van vrienden en bekenden die huilen om het plotselinge en niet te bevatten verlies van Koen. De familie geeft iedereen veel ruimte om bij hem te zijn. Mensen blijven zo lang ze willen. Stukje bij beetje krijgt het afscheid vorm. Het gevoel van een uitvaart in stilte verandert in een uitvaart waar iedereen bij mag zijn. En alles gebeurt thuis, daar waar Koen hoort. Op de warme dag in augustus slingert een lang lint van mensen door de tuin om vader, moeder, broer en zus te condoleren. De volgende dag staat Koen midden in die mooie tuin onder een parasol. De tuin waar hij zo van hield. De bloemen en kaarsen om hem heen. De vele gasten zoeken de schaduw op onder de bomen. We staan stil bij zijn leven met veel muziek en woorden. Een emotioneel afscheid. Aan het einde dragen zijn vrienden Koen op hun schouders naar de rouwauto. Voorop rijdt de bevriende deejay in zijn cabrio, Koens’ favoriete muziek staat voluit aan en schalt keihard door de straten. De lange stoet rouwenden is muisstil, wanneer zij Koen lopend naar het crematorium begeleidt.
Old soldiers … Het is Koningsdag als Willem overlijdt. Hij heeft zelf de regie in handen gehad. Twee dagen voordat hij zal overlijden belt hij mij. Zijn wensen waren in grote lijnen al doorgesproken met zijn echtgenote, dochter en schoonzoon. In dit laatste telefoongesprek bedankt hij mij dat ik zijn kinderen en echtgenote wil ondersteunen bij al het geregel en gedoe, zoals hij dat noemt, en spreekt nog een paar laatste details met me door. Het raakt me. Normaal niet om tekst verlegen, maakt dit me stil. Ik bedank hem voor zijn woorden en vertrouwen en wens hem de rust waar hij zo naar verlangt en de moed om los te laten. Op de dag dat heel Nederland stil staat bij dodenherdenking en de vlaggen halfstok hangen, stroomt de aula van het crematorium langzaam vol. Zacht klinkt een trompet, bespeeld door een neef wanneer we Willem de aula indragen. De gehele ceremonie is gevuld met livemuziek op piano, dwarsfluit en er wordt gezongen. In de toespraken klinkt door dat Willem geen gemakkelijke man was. Recht door zee en nogal eigenwijs. Maar ook, of misschien wel vooral, de waardering en de liefde van zijn kinderen, familie en vrienden naar hem. Als kind maakt hij de oorlog bewust mee. Zijn hele leven blijft Willem gefascineerd door alles wat met de tweede wereldoorlog te maken heeft. Na zijn middelbareschooltijd gaat hij bij de luchtmacht werken. Zijn droom om piloot te worden lukt niet, maar wel die van fervent vrije-tijds vlieger, genietend van vele vluchten. Als vanzelfsprekend komt een foto van hem en zijn vrouw in een zweefvliegtuig op de rouwkaart. Eenmaal ernstig ziek stelt Willem zijn gezin gerust met een slogan uit het leger, Old soldiers never die, they just fade away. Aan het eind van de ceremonie speelt neef Frans op de trompet en zet de familie deze tekst als lied in. Aarzelend hoor ik gasten meezingen, langzaam luider terwijl ze langs de wilgentenen uitvaartmand lopen. Zo krijgt Willem een bijna militaire laatste groet. Nog dagen later hoor ik mezelf neuriën: Old soldiers never die, they just fade away
“The last post” Gerrit is zijn hele werkzame leven met hart en ziel postbode geweest. Begonnen op zijn achttiende in een strak uniform met gouden knopen en een pet. Zo’n postbode die weet waar iedereen woont en die aanbelt wanneer je jarig bent om je persoonlijk te feliciteren en je dan de felicitatiekaartjes overhandigt. Als ik Gerrit spreek over zijn naderend afscheid moppert hij wat op de postbezorgers van tegenwoordig. “Tja, de tijden zijn veranderd. Er wordt bijna geen post meer verstuurd. Alles gaat via mail en dat feestboek”, zegt hij, waarmee hij natuurlijk Facebook bedoelt. Al filosoferend over de veranderende tijden komen de ideeën over zijn afscheid boven borrelen. Zijn echtgenote is enkele jaren geleden overleden en ondanks het feit dat zijn drie kinderen in de regio wonen voelt hij zich zo nu en dan eenzaam. Als hij post krijgt is dat gevoel iets minder, zelfs bij post van de belastingdienst. Al een paar dagen na mijn bezoek sta ik weer bij dezelfde voordeur. Gerrit is overleden. Veel eerder dan verwacht moeten zijn kinderen en kleinkinderen hem loslaten. We bespreken de wensen van Gerrit aan de keukentafel. Ik vertel de kinderen wat Gerrit mij vertelde in ons voorgesprek. Ik opper het idee om hem voor de laatste keer post te laten ontvangen. Dit wordt enthousiast ontvangen. Aan het voeteneind van zijn ruwhouten kist bevestigen we de bekende groene brievenbus. In de uitnodiging voor het afscheid vragen we iedereen een brief of kaart met persoonlijke herinneringen aan Gerrit mee te nemen. Het is een mooie zonnige dag wanneer we in de aula van het crematorium afscheid nemen. Verhalen worden verteld en we luisteren naar muziek. Muziek waar Gerrit zo van hield. Er wordt gelachen en zo nu en dan een traan weggepinkt. Aan het einde van de ceremonie nodig ik alle gasten uit om Gerrit een laatste groet te brengen. Langzaam lopen de gasten langs zijn kist. Terwijl zijn kleinzoon The last post op zijn trompet speelt, kleppert herhaaldelijk de klep van de brievenbus die gevuld wordt met kaarten en briefjes vol lieve wensen en herinneringen aan Gerrit de postbode.
Afscheid van het leven Eind vorig jaar zit ik bij Freek en zijn echtgenote aan tafel. Freek is ernstig ziek en heeft samen met zijn gezin en arts besloten dat verder leven geen kwaliteit meer heeft. W spreken over zijn afscheid. Hij gaat bij leven afscheid nemen van al zijn dierbaren. De crematie zal zeer sober zijn en de familie zal veel zelf doen. Vanaf nu maakt hij elke week een afspraak met een groepje mensen. Ze komen eten, drinken een goed glas. Herinneringen worden opgehaald, er wordt gehuild maar vooral veel gelachen. Begin dit jaar belt zijn vrouw om te zeggen wanneer de dag is dat Freek zal overlijden. Een heftige boodschap, helemaal wanneer ik met de persoon die gaat overlijden in gesprek ben geweest. Die bewuste dag zit Freek de hele dag in mijn hoofd. Ik tel de uren af. Hoe doet zijn gezin dit? Wetende dat om vijf uur de voordeur bel gaat en de dokter op de stoep staat. Wanneer ik op de afgesproken tijd bij de familie ben vertelt zijn vrouw dat hij uitkeek naar de komst van de dokter. Hij heeft nog lekker gegeten, een glas wijn gedronken en samen met zijn zonen een laatste boom geklaverjast. Die hij ook nog verloren heeft. Samen met een vriendin verzorg ik Freek en wikkelen wij hem in de zelfgemaakte wade op een zelfgemaakt opbaarplateau. Drie dagen neemt de familie de tijd om Freek los te laten. Ze zitten bij hem, eten en drinken naast hem en er wordt ook nog een potje gekaart. Die ochtend rijden we in een stoet van 3 kampeerbusjes in de ochtendmist naar het crematorium. Freek ligt in zijn eigen bus, bestuurd door zijn zoon, zijn vrouw naast hem. De bus die hem naar vele landen bracht is nu bestemd voor zijn laatste reis.
De afgelopen jaren kom ik het regelmatig tegen; de overblijvende partner lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Een enkele keer leidt dit tot een verrassing bij de uitvaart. Zo is het goed… Ik zit aan tafel met Maggie en Sue, twee verdrietige dochters. De voertaal is Engels. Best lastig om in een vreemde taal een aannamegesprek te voeren. De situatie is behoorlijk complex. Moeder is stervende, vader fors aan het dementeren. Beide dochters zijn al een aantal weken in Nederland en hebben voor vader en moeder gezorgd. Echter hun tijd zit erop en ze moeten morgen met het vliegtuig terug naar de Verenigde Staten. Als ze langer blijven dreigen ze hun baan kwijt te raken. Wanneer ik bij ze zit zijn ze net terug van het verpleeghuis waar vader met spoed is opgenomen. Moeder ligt inmiddels in een hospice. Er schuiven een zwager en schoonzus van moeder aan. We bespreken wat er moet gebeuren wanneer moeder overlijdt. Er zal geen ceremonie gehouden worden omdat slechts twee familieleden aanwezig kunnen zijn. Ik zal zorgdragen voor de laatste verzorging, alles regelen en haar overbrengen naar het crematorium. De dochters gaan nog een keer naar moeder om afscheid te nemen. Die nacht word ik gebeld door Maggie. Moeder is zachtjes weggegleden in de dood. Beiden hebben ze haar hand vastgehouden en haar een “save trip” kunnen wensen. Maar nu moeten ze met spoed naar Schiphol om hun vlucht te halen. Ik bel mijn zorgteam om moeder op te halen, haar te verzorgen, te kleden en in de vooraf uitgezochte kist te leggen. En haar daarna overbrengen naar een uitvaartcentrum. ‘s Middags ontmoet ik de zwager en schoonzus weer, Piet en Elly. Wat te doen met de echtgenoot? We besluiten hem op te halen uit het verpleeghuis en hem naar zijn overleden vrouw te brengen. We zijn benieuwd naar zijn reactie. In het verpleegtehuis is hem verteld dat zijn vrouw overleden is, en daar reageerde hij nauwelijks op. Wanneer Piet en Elly met hem de aula binnenkomen begint hij hartverscheurend te huilen zodra hij zijn vrouw in de kist ziet liggen. “Wanneer is de begrafenis?”, vraagt hij. Piet en Elly kijken mij aan…. Wat nu, er is geen plechtigheid gepland. Ter plekke organiseren we in de aula een kleine ceremonie. Uit mijn auto haal ik een dichtbundel en zoek een passend gedicht uit. We steken waxinelichtjes aan. Nadat Piet nog enkele woorden gesproken heeft, sluiten we samen de kist. Uit de tuin van het uitvaartcentrum heb ik een roos geplukt die de echtgenoot op de kist legt. Een diepe zucht en een glimlach. Zo is het goed, zegt hij…
Huisdieren spelen vaak een grote rol in het leven van mensen. Soms merk je ook aan dieren hoe belangrijk hun baasje is geweest..... Herman en Loetje Een tijd geleden kwam ik bij een familie waar vader Herman overleden was. Een kattenmens, er liepen verschillende katten door het huis. Loetje, de oudste van het stel die als eerste in huis was gekomen, sprong op het bed toen Herman overleed. Ze nestelde zich in een kuiltje en was niet van plan om van Hermans zijde te wijken. Ik zou met echtgenote en kinderen Herman verzorgen en aankleden. Het leek alsof Loetje door had dat dat noodzakelijk was. Ze liet zich gewillig op de grond zetten, maar ging nog geen meter uit de buurt. Het was dus oppassen geblazen om niet over haar te struikelen. We baarden Herman op in zijn werkkamer op een opbaarplateau. Toen we klaar waren sprong Loetje op zijn benen en bleef daar liggen. Vier dagen achterelkaar. Zo nu en dan liep ze even weg om wat te eten en te drinken om vervolgens weer dicht bij Herman te gaan liggen. Onafscheidelijk. Op Facebook kwam ik een filmpje tegen van een herdershond die door een Italiaanse dame was geadopteerd. Elke zondag nam ze haar hond mee naar de kerk. De pastoor gedoogde de hond in zijn kerk. Toen deze dame overleed kwam de hond tijdens de uitvaart de kerk inlopen. Tot aan zijn dood, enkele maanden na het overlijden van het baasje, rende de hond naar de kerk zodra hij de kerkklokken hoorde luiden. Het deed me denken aan de film Hachi, naar een waargebeurd verhaal. Zelfs voor een niet-hondenbezitter als ik, een enorm ontroerende film. Hachi was een hond die zijn baas elke dag naar het station begeleidde en weer opwachtte. Toen zijn baas op het werk overleed en niet meer terugkeerde bleef Hachi negen jaar lang tevergeefs voor het station wachten. Net als mensen is gebleken dat dieren kunnen rouwen wanneer het baasje overlijdt. Er zijn studies die aantonen dat ook dieren pijn voelen bij het verlies van een dierbare. Een kat of een hond kan natuurlijk niet praten en al helemaal niet begrijpen wat dood is. Maar rouwen doen ze wel zeker. Ze voelen de spanning en het verdriet van de mensen in hun nabijheid. Waar je vaak hoort dat katten hun baasje slechts zien als voederfabriek zag ik in dit huis dat er een innige band was tussen Herman en Loetje. Ik vond het bijzonder en ontroerend om ze zo samen te zien. Trouw tot in de dood.