Een heel enkele keer kom ik het tegen; mensen die in het leven zo met elkaar verbonden zijn dat zelfs de dood hen niet scheidt. Hieronder tref je zo’n verhaal. Apart en toch samen... Op een zondagochtend word ik gebeld door Gerda. Haar moeder is plotseling overleden. Na de vragen over personalia, opbaring, thuis of in een uitvaartcentrum, pak ik mijn spullen en rijd naar het woonadres. Gerda laat me binnen. Gerda is alleen bij haar moeder. “Mijn broers komen zo en mijn vader ligt in het ziekenhuis. Hij is ernstig ziek en heeft net een aantal kuren achter de rug.” “Hij weet nog van niks?”, vraag ik. “Nee, we gaan hem straks vertellen dat moeder overleden is.” Een zware boodschap. Wanneer de jongens van mijn zorgteam arriveren verzorgen we samen haar moeder en brengen haar naar een uitvaartcentrum. We spreken af dat we ‘s middags weer bij elkaar komen als de familie in het ziekenhuis bij vader is geweest. Die middag zit de familie er verslagen bij. De reactie van vader was er een van lichte opluchting. “Nu hoef ik me om haar geen zorgen meer te maken”. De gezondheid van zijn vrouw had hem al die tijd beziggehouden. “Hoe zou het verder moeten als ik niet meer voor haar kan zorgen…” In de uren erna gaan we bezig met de kaart, de advertentie en de dominee komt langs om de kerkdienst door te spreken. Langzamerhand krijgt het afscheid vorm. De volgende dag krijgt Gerda een telefoontje vanuit het ziekenhuis. De conditie van haar vader gaat hard achteruit…. “Het zal toch niet?” Woensdagmorgen komt het bericht dat ook vader overleden is. We besluiten dat vader en moeder op dezelfde dag begraven worden. Helaas is er geen tijd meer om kaarten te versturen dus wordt iedereen telefonisch op de hoogte gesteld. De schrik is groot. In drie dagen tijd geen ouders meer, geen vader en moeder meer. Op de dag van de uitvaart rijden er twee rouwauto’s voor bij het uitvaartcentrum. Een grijze en een witte. Twee kisten, vader een donkere en moeder een lichte. In de aula van de kerk brengen familie en vrienden een laatste groet aan beide ouders. Twee heel verschillende individuen en toch al jaren bij elkaar. Een bloemstuk verbindt met klimop de beide kisten. Achter in de kerk staan twee lege stoelen. Op elke stoel een rode roos. De stoelen waar vader en moeder elke zondag zaten tijdens de kerkdienst. Na de dienst begeeft zich een lange stoet naar de begraafplaats. Twee kisten in één graf. Apart en toch samen….
Soms kom je het tegen: de Wet van Murphy..... Hieronder het verhaal over mijn ontmoeting. Ter ziele… Vroeg in de ochtend klap ik mijn laptop open. Alle uitvaarten die ik om handen heb zijn afgerond. Dat betekent echter niet dat ik vrij ben. Voor de zelfstandige uitvaartondernemer ligt er nog heel wat werk te wachten. De boekhouding, dossiers maken, rekeningen betalen, voorraden nakijken, drukwerk bestellen en mijn werkkamer opruimen. Niet echt mijn favoriete bezigheid, maar het hoort er nu eenmaal bij. Dapper begin ik maar met de boekhouding. Gek idee dat een afscheid zich nu vertaalt in cijfers en dossiernummers. Twee koppen koffie en twee uur later is deze klus geklaard. Bij het maken van de dossiers begint mijn laptop vervaarlijk te brommen. Er komt nog net geen rook uit. Vrij snel slaat het beeld op zwart. Het kost me moeite om kalm te blijven. Laptop en ik zijn goede vrienden zolang hij doet wat ik wil, maar nu… Gelukkig werk ik in de Cloud en kan ik even op een andere computer verder. Manlief vliegt naar de pc-dokter, maar een spoedoperatie is niet mogelijk. Laptop aantal dagen weg. Zucht. Hoe ik dat ga doen bij een nieuwe opdracht? Waarschijnlijk ouderwets kaarten en advertentie met pen en papier opstellen. Kan ook natuurlijk. Als ik even later vertrouwelijke documenten in de papierversnipperaar doe, prop ik er veel te veel tegelijk in. Ook de papierversnipperaar zucht en steunt en ruikt vreemd. Een heel klein rookwolkje verspreidt zich in mijn werkkamer. Er is maar één conclusie mogelijk… onherstelbaar kapot. Zucht. De telefoon gaat. Ik mag een familie helpen. Werk waar ik energie van krijg. De familie wil moeder graag thuis opbaren. Buiten is het 32 graden. Ik neem de airco mee zodat de kamer zo koel mogelijk wordt. Bij de familie zet ik de airco aan… Wat ik ook doe of probeer, het ding blaast warme in plaats van koude lucht. Zucht. Dat kan er ook nog bij. Het derde apparaat dat ter ziele gaat vandaag. Manlief spoedt zich dit keer naar een bouwmarkt en weet de laatste airco uit de rekken te bemachtigen. Laat op deze warme zomeravond lig ik in de hangmat mijn dag te overpeinzen. Bah, al die kapotte apparatuur. Maar ja, wat stelt het voor als ik dat afzet tegen het verlies van een moeder en oma vandaag. Onherstelbaar verlies. Wanneer ik dan vlak voor het slapen gaan een berichtje krijg van een tevreden familie ben ik meer dan ooit weer erg blij met mijn werk.
Al voordat ik in de uitvaart ben gaan werken heb ik me gerealiseerd hoe belangrijk het is om de wensen voor je uitvaart helder te hebben. Hoe dat zo komt lees je hieronder... Weet jij het zelf al wel? Heb jij het eigenlijk zelf wel geregeld? Een vraag die me met regelmaat gesteld wordt tijdens het voorgesprek. Een voorgesprek voer ik met mensen die terminaal ziek zijn, maar ook met mensen die gewoon eens willen nadenken over hun afscheid en willen weten wat er tegenwoordig allemaal mogelijk is bij uitvaarten. Wanneer iemand overlijdt moeten er in betrekkelijk korte tijd veel essentiële keuzes gemaakt worden. Keuzes rondom kisten, uitnodigingen, wie wordt wel en wie wordt niet uitgenodigd, openbare of besloten bijeenkomsten. Ik heb wel eens meegemaakt dat de kinderen niet wisten of moeder begraven of gecremeerd wilde worden. En ja, ik heb mijn wensen op papier staan. Toen zestien jaar geleden mijn zus Karin plotseling overleed zaten wij als broers en zussen met de handen in het haar. Wat zou ze willen, hoe moest haar uitvaart eruitzien? Haar man was helaas een aantal maanden ervoor overleden en we besloten haar uitvaart hetzelfde te regelen zoals zij voor hem had gedaan. Wat waren wij blij dat een goede vriendin ons vertelde dat Karin een briefje in haar bureau had liggen waar ze wensen opgeschreven had. Het bleek inderdaad dat ze haar uitvaart ongeveer gelijk wilde als die van haar man. Echter… bij haar crematiebijeenkomst mochten alleen goede vrienden uitgenodigd worden. Tja, en wie waren dat dan wel? Er stonden geen kruisjes of andere merktekens in haar adressenboekje. De vriendin mocht besluiten wie dan die goede vrienden waren. Na de uitvaart van Karin realiseerde ik me dat ook ik plotseling zou kunnen overlijden en dat Jaap dan niet eens zou weten of ik begraven of gecremeerd wilde worden. Op een zondagmiddag zijn we ervoor gaan zitten en hebben met elkaar gesproken over onze wensen. Kopje koffie erbij, heel luchtig, met de dood hopelijk nog heel ver in het verschiet. Jaap maakte een bestand aan in de computer. Geen dichtgetimmerd draaiboek, maar een wensenlijst waar de kinderen ook nog zelf inbreng in kunnen hebben. Eigen inbreng van nabestaanden vind ik belangrijk. Zo nu en dan wijzig ik weer eens iets, bv. mooie muziek die me raakt. Ook de adressenlijst houden we up to date. Onze kinderen weten dat er een map in de computer staat waar ze alles kunnen vinden wanneer ons samen iets overkomt. Elke vakantie weer wijzen we ze hierop, waarna steeds weer een langgerekt “Jaahaaah,” het antwoord is, “dat weten we nu wel.”
De dood wordt beschouwd als een definitief afscheid. En hoe waar dit ook is, soms is het ook de start van een nieuw begin... De dood verenigt “Er is al jaren geen contact meer met mijn zus José.”, vertelt Annemieke. Haar vader is overleden. “Ze heeft ook geen contact meer met mijn moeder. Wat er precies aan de hand is weten we eigenlijk niet.” Het is niet de eerste keer en het zal ook niet de laatste keer zijn dat ik bij familie aan tafel zit waar onenigheid is binnen het gezin. Vaak zijn de oorzaken van het verloren contact niet helemaal duidelijk. Het wordt ervaren alsof het er nu eenmaal niet is. Als vanzelf komen verhalen over verloren contacten boven tafel. De enkele keer dat ik wat dieper inga op het hoe en waarom, lijkt slechte communicatie meestal de rode draad te zijn. Nu vader overleden is, is het gemis van José nog schrijnender. “Wordt ze wel op de hoogte gebracht van het overlijden van jullie vader?” vraag ik. “Jazeker.” beaamt moeder. “En ze is ook van harte welkom bij de uitvaart.” De dag van de uitvaart nadert en er is taal noch teken ontvangen van de “verloren dochter”. Het blijft spannend of ze wel of niet zal komen. Als de muziek verstomt in de aula bij de aanvang van de afscheidsbijeenkomst, loop ik naar voren voor het welkomstwoord. De deur achterin gaat open en zachtjes komen er twee vrouwen binnen die op de laatste rij plaatsnemen. Zou het…? Het is een mooie ceremonie, liefdevolle woorden, troostrijke muziek. Aan he eind nodig ik de gasten uit voor de laatste groet. De twee vrouwen die stilletjes binnenkwamen groeten als eerste. Wanneer de aula leeg is en het gezin als laatste bij vader is loop ik voorzichtig naar binnen om de plechtigheid af te ronden. “José is er.” zegt Annemieke. “Wil je haar vragen of ze nog even met ons bij pa wil zijn?” Ik tref José in tranen bij de toiletten waar ze getroost wordt door haar dochter. Ik nodig beide uit om mee te gaan naar de familie om samen afscheid van vader/ opa te nemen. José twijfelt en vraagt zich af of moeder en zus dit echt willen. “Volgens mij is dit dé kans om het contact te herstellen.” zeg ik. Aarzelend lopen ze met mij mee. Moeder en de twee zussen omhelzen elkaar. Tranen vloeien terwijl ze vader gezamenlijk naar de crematieruimte begeleiden. Het begin is er.… De dood scheidt niet alleen, de dood verenigt soms ook.
Naast het traditionele rouwvervoer wordt er bij uitvaarten steeds meer gebruik gemaakt van eigen auto als rouwauto. In deze column het verhaal van een bijzondere rouwauto “De Eend” Ik zit aan tafel met Hans en zijn twee volwassen kinderen. We moeten even aan elkaar wennen. Hans heeft met zijn vrouw een voorgesprek gehad met een collega van mij. Nu is zijn Dinie overleden en mijn collega is op vakantie. Ik neem voor haar waar. Ik begrijp dat dat voor Hans en zijn kinderen schakelen betekent. Mijn collega en Hans waren al vertrouwd met elkaar door het voorgesprek en nu zit ik daar ineens. Ik neem daarom royaal tijd om elkaar een beetje te leren kennen. Hans vertelt over zijn grote liefde Dinie. Hoe ze elkaar leerden kennen, hun leven samen, de vakanties, de hobby’s, het plezier dat ze hadden. Twee jaar geleden werd ze ziek. En nu…nu zit ik aan tafel om met hem en de kinderen het afscheid vorm te geven. Hans kan nog niet bevatten dat zijn Dinie er niet meer is. Tijdens dit gesprek voel ik langzaam maar zeker het ijs breken en zie ik Hans wat meer ontspannen. “Mag ik Dinie in de eend vervoeren?” vraagt hij plotseling. Ik kijk wat verbaasd en mijn eerste gedachte is dat een kist nooit gaat passen in een 2CV. ”Wij gingen op vakantie in de eend, we zijn getrouwd in de eend. Ons hele leven hebben we in de eend gereden en nu wil ik haar ook naar de begraafplaats brengen in de eend.” De wet zegt niets over hoe rouwvervoer eruit moet zien, zolang je de kist maar veilig kunt vervoeren mag je elk vervoermiddel gebruiken. Dus ook een eend… Nadat ik van de eerste verbazing ben bekomen lopen we naar de garage waar een prachtig gerestaureerde eend staat. Je kunt zien dat er met passie aan gewerkt is. Hans is een echte liefhebber. Hij heeft de achterbank en de passagiersstoel al gedemonteerd. Ik stel voor de volgende dag naar het kistendepot te gaan om te kijken of de uitvaartkist dusdanig in de auto past dat de achterklep gesloten kan worden. Het lijkt me geen optie om met open klep en een oranje vlaggetje te rijden. Zowaar, het past precies. Hans en ik zijn allebei blij dat dit lukt. Op de dag van de uitvaart rijden we naar de kerk. Na de kerkdienst volgt de laatste rit naar de begraafplaats. Langzaam slingert de lange stoet door het Twentse landschap, Hans in zijn beste pak in de eend voorop, met naast hem zijn Dinie. De laatste tocht in hun eend.
De dood verdraagt geen haast. “Hoe lang zijn ze al bezig en hoe lang duurt het nog?”, vraagt een man die achter mij komt staan in de bomvolle kerk. Een jonge vrouw in een kleine gemeenschap is overleden. Het hele dorp is uitgelopen. De afscheidsviering is al ruim een half uur bezig en zal nog een poos duren. Volgens de liturgie komen er nog een paar sprekers en na de absoute (de laatste aanbeveling ten afscheid in de kerk waarbij de kist besprenkeld wordt met wijwater en bewierookt wordt) zal pas de condoleance beginnen. In het naastgelegen café zitten ook nog eens zo’n tweehonderd mensen. Het zal voor de familie en belangstellenden een lange avond worden. “Afscheid nemen kost tijd.” antwoord ik de man en het zal nog wel een poos duren. “Waar begin je met condoleren?”, is zijn volgende vraag. Misschien heeft de man haast of heeft hij nog een andere afspraak die avond. De mensen die achterin de kerk staan worden als eerste uitgenodigd te condoleren. Hij lijkt gerustgesteld en weet dat hij op tijd zal zijn voor zijn volgende afspraak of iets anders wat hij van plan is die avond. De volgende dag vertrekken we vanuit het uitvaartcentrum naar het crematorium. Zoals altijd loop ik, uit respect, een stuk voor de rouwauto. Het is druk op dit tijdstip van de dag, links en rechts word ik ingehaald door fietsers en een enkele auto. De vouw wordt me bijna uit de broek gereden. We zijn toch duidelijk herkenbaar als rouwstoet. Alle volgauto’s hebben zwarte vlaggetjes aan het raam… Wat een haast. In onze maatschappij is tegenwoordig heel veel gepland en begrensd. We willen op tijd hier zijn, dan daar weer voor de volgende afspraak en zo hollen we door. Tot een dierbare overlijdt en opeens de wereld stil lijkt te staan voor de nabestaanden. In die stilte moet er juist veel geregeld worden en spelen zaken als hoe lang een afscheidsbijeenkomst mag duren of hoe lang mag iemand spreken? Ook kun je te maken krijgen met een deadline om de advertentie en het drukwerk op tijd weg te krijgen. Dan is haast soms geboden. Ik ben er dan om zoveel mogelijk de rust te bewaken en ik zorg ervoor dat de familie de juiste beslissingen kan nemen. Weloverwogen beslissingen, die passen bij de overledene en bij henzelf. De dood verdraagt geen haast.
Vader-zoon moment Willem was een veelzijdig, ondernemend man, die in zijn jonge jaren ook furore maakte als wielrenner. Op latere leeftijd is hij vooral familieman, adviseur en sportverslaggever. Wanneer hij overlijdt word ik vroeg in de nacht gebeld door verpleging van de thuiszorg die vraagt of ik wel wil komen op dit tijdstip. Natuurlijk kom ik, dat hoort bij mijn werk. De stilte van de nacht is altijd bijzonder. De stad slaapt en de tijd lijkt stil te staan. Dat gevoel hebben Willems echtgenote, zijn zoon en dochter ook op dat moment. Wanneer een dierbare overlijdt valt alles stil. Na een kop sterke koffie gaan we aan de slag. Met zijn echtgenote en de thuiszorg verzorg ik Willem. Wassen, scheren, aankleden. Spijkerbroek, trui en vest. Hij was geen “pakkenman”. In de nacht brengen we hem naar het uitvaartcentrum. Alles gebeurt in rust en verstilling. De volgende dag komt daar verandering in tijdens het bespreken van het afscheid. Beslissingen die op korte termijn genomen moeten worden. Teksten bedenken, kaarten maken, adressen zoeken, besloten kring ja of nee, welke locatie, welk rouwvervoer? Voor de familie een berg aan mogelijkheden en keuzes. Keuzes die het leven van Willem weerspiegelen. Dat sport daarbij een rol zal spelen staat boven alles. Aan mij de taak om de rust te bewaren en het overzicht te houden. Op de avond van de condoleance trekt een lange rij mensen langs de kist in zijn geliefde voetbalstadion en langs de tafel met een keur aan persoonlijke spullen en foto’s van Willem. Er is gelegenheid elkaar te ontmoeten, koffie te drinken en herinneringen te delen. De volgende dag nemen we afscheid bij een kleine intieme locatie aan de rand van Almelo, “Erve Beeklust”. Woorden, muziek, foto’s, een hapje en een drankje. Aan het eind van de middag draagt de familie Willem naar buiten waar, hoe kan het ook anders, de uitvaartfiets klaar staat. Willem en de fiets, onlosmakelijk met elkaar verbonden. We bevestigen de kist op de fietsaanhanger en door een erehaag van familie en vrienden fietst zijn zoon hem naar het dichtbijgelegen crematorium. De familie volgt te voet. Het fietstempo ligt echter hoger dan het looptempo. “Fiets maar vooruit, wij volgen wel.”, zeg ik. Daar gaan ze, zoon en vader. Vader achterop de fiets, de rollen omgekeerd. En zoon neemt de tijd om een aantal extra rondjes over het verlaten crematorium terrein te fietsen. Zijn laatste vader-zoon moment.
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Het feestje van dood. Voorzichtig kijkt Karlijn om het hoekje van de deur. Ze komt met haar broertje hand in hand naar binnen. Oma is overleden en ze komen met papa en mama op bezoek. Het is de eerste keer dat ze een dood mens ziet. Haar hamster was doodgegaan en die hadden ze in een kistje in de tuin begraven, maar nu oma… Ze kijkt haar ogen uit. Oma ligt in de woonkamer in een rieten mand. Rondom staan bloemen en kaarsjes. Zo’n mand kent ze wel van haar fietsmandje, maar hier ligt oma in zo’n mand, in een veel grotere. Toch wel een beetje gek. Ze raakt de handen van oma aan. Die voelen een beetje koud, gelukkig niet heel erg koud omdat oma gebalsemd is. Wat dat is weet ze niet precies, maar mama vertelde dat dat iets is waardoor oma niet op een koelplaat hoeft te liggen. Brrr, dat lijkt haar niks, buiten is het ook al zo koud. De tekening die ze voor oma heeft gemaakt legt ze in de mand. Ze gaat nog veel meer kleuren en tekenen heeft ze zich voorgenomen. Opa zit samen met mij aan tafel. We zijn bezig met de rouwkaarten. Een kaart met een mooie foto van oma. Deze gaan in enveloppen en Karlijn en haar broertje mogen helpen met de postzegels plakken. “Waarom krijgen mensen zo’n kaart” vraagt ze? Mama vertelt: “We gaan alle mensen vragen om naar een restaurant te komen. Wij gaan daar met opa en tante Ria en oom Piet met de bus naar toe en nemen oma en alle bloemen mee. In het restaurant gaan we vertellen over oma, over haar leven en wat ze allemaal leuk vond om te doen. Papa gaat op de gitaar spelen en tante Ria zingt een mooi liedje. We gaan naar foto’s kijken waar oma op staat. Jij mag kaarsjes aansteken en nog een mooie tekening op de mand leggen. En wanneer we dat gedaan hebben drinken we koffie en krijg jij limonade met wat lekkers erbij.” Aandachtig luistert Karlijn naar het verhaal en gaat weer gauw spelen. Op de dag van de uitvaart kom ik bij de familie binnen. Karlijn heeft met haar broertje papieren bloemen gemaakt en daarmee de mand versierd. Ik vertel dat de uitvaartbus er is en dat we gaan vertrekken. Karlijn maakt een sprongetje en roept verheugd: “We gaan naar het feestje van dood”.
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Laatste wens of laatste eis Zet mij maar bij het grof vuil. Stop mij maar in een kartonnen doos. Doe mij maar in de kliko. Allemaal uitspraken die ik regelmatig hoor bij families aan tafel. Uitspraken die, zonder dat ik wil generaliseren, veelal door mannen gedaan worden. Natuurlijk grappig bedoeld, maar vaak zit er een ondertoon in. Zo van Ik wil geen poespas bij mijn uitvaart en eigenlijk wil ik helemaal niks. Maar wat betekent dat voor de nabestaanden wanneer de dierbare aangeeft niks te willen bij het afscheid van het leven? En wat moeten, kunnen of willen zij hiermee? Zo zat ik een poos geleden bij een familie aan tafel. Meneer had aangegeven geen gedoe te willen. Hij wilde geen afscheidsbijeenkomst, geen condoleance, geen koffie, niks. Hij wilde door zijn gezin naar het crematorium gebracht worden en dat was het dan. De dilemma’s kwamen ter sprake. Zoon en dochter hebben beiden een groot netwerk. De echtgenote woont in een seniorencomplex waar bewoners naar elkaar omkijken en betrokken zijn. De kleinkinderen hebben vrienden en vriendinnen. Meneer zelf zat bij diverse verenigingen en clubs. Zoon en dochter hoorden pas op de dag dat hun vader overleed dat hij geen uitvaart wilde. Ze waren gechoqueerd en vonden echt dat dit niet kon. De echtgenote kwam in een spagaat. Zij wilde de wensen van haar man respecteren, maar zag het verdriet van de kinderen en kleinkinderen en had ook behoefte het te delen met vriendinnen. Ook ik voelde het dilemma. Wanneer wensen van een overledene bekend zijn behoor je deze te respecteren, maar …. Realiseerde deze meneer wel wat zijn uitspraken betekenden voor zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen? Is het misschien zo dat als je bij je overlijden iedereen uit je netwerk buitensluit, je ook niet kunt verwachten dat deze mensen zich daarna om je nabestaanden bekommeren? Of in hoeverre mogen mensen die deel zijn geweest van je leven afscheid nemen? Twee uur lang werd er gezocht naar een vorm van afscheid waar ieders wens tot zijn recht kwam zonder de wil van meneer uit te sluiten. Dit lukte niet helemaal tot ieders tevredenheid. Uiteindelijk werd er wel een condoleance gehouden en de volgende dag brachten we meneer met het gezin naar het crematorium. Maar verder niks, geen muziek, geen koffie. Een manier waarop we toch zoveel en zo goed mogelijk aan zijn wens probeerden te voldoen.
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Oliebollen-blues. Op de laatste dag van het jaar sta ik in de garage oliebollen te bakken. De top 2000 klinkt uit de radio. Ik zing en neurie wat mee. Mijn gedachten gaan naar het jaar dat bijna voorbij is. Een jaar waarin ik veel families mocht helpen met het organiseren van een afscheid. Ik denk aan de jonge ouders die zo uitkeken naar hun eerste kindje dat helaas niet levensvatbaar bleek. Waar we samen een klein en intiem afscheid voor bedachten. Ik denk aan de echtgenoot die net met pensioen was. Het leven lachte hem toe. Eindelijk tijd voor het grote genieten… Totdat de diagnose gesteld werd en hij nog maar enkele weken te leven had. Ik denk aan de ouders wiens zoon ervoor koos niet langer te willen leven. De wanhoop en de ontreddering die ik trof toen ik bij deze ouders aan de keukentafel zat en we een indrukwekkende afscheidsceremonie bedacht hebben. Ik denk aan de ouders van een dochter die zo graag wilde leven, maar dat haar leven ontnomen werd door iemand die vond dat ze geen recht meer had op leven. Ik denk aan de dochter die in het buitenland woont en haar vader die dood in huis gevonden werd. Het was een eenzame uitvaart… Ik denk aan de goede kennis die plotseling overleed, waar ik met een intens verdrietige partner en kinderen het afscheid vorm gaf en meehuilde om het enorme verlies. Op mijn pad kwamen oude mensen, jonge mensen. Ik mocht binnenkomen. Letterlijk en figuurlijk. Kreeg koffie en vertrouwen. Ik denk aan mijn eigen vader. Bij de zoveelste oliebol die het vet in gaat word ik me bewust van het gemis. Ik heb nog zo vaak de neiging hem te bellen, ook al gingen die gesprekken moeizaam vanwege zijn slechte gehoor en hij maar beweerde dat mensen rondom hem zo onduidelijk spraken. Ik mis de ritjes naar Limburg die soms eindeloos lang waren. Ik mis de uitstapjes met hem, de koffie met vlaai waar hij zo van genoot. Ik mis hem! En ik realiseer me nog meer dat in zo veel huizen geliefden gemist worden… Met lichte weemoed, maar ook dankbaar, kijk ik terug naar 2017. Vanavond heet ik 2018 welkom en hoop op weer een betekenisvol jaar vol ontmoetingen. De laatste twintig oliebollen die uit het vet komen breng ik naar de vader die gisteren zijn zoon verloor en nu een huis vol buitenlandse gasten heeft. Ik wens hem ondanks het gemis, licht en liefde in het nieuwe jaar. Datzelfde wens ik u allen toe.
Motorescorte Gerrit was een fervent motorcoureur en reed op verschillende snelle exemplaren zoals Honda, Kawasaki en Yamaha. Hij deed mee aan wegraces en had Nederlands kampioen kunnen worden. Helaas glipte hem dat door de vingers, hij overleed veel te jong aan kanker… Wanneer ik bij het huisadres binnenkom tref ik een volle woonkamer. Echtgenote, zoon, dochter, broers en zussen wachten me op. Gerrit ligt op bed in de woonkamer. Naast hem staat zijn motor, zijn trots. Blinkend schoongepoetst. Samen met de familie baren we hem thuis in de woonkamer op. Onafscheidelijk van zijn motor. Het lijkt bijna vanzelfsprekend om een motor met zijspan te kiezen voor zijn laatste rit naar de kerk en de begraafplaats. Na overleg kiest de familie uiteindelijk voor Gerrits eigen bus. Een bus vol gereedschap waarmee hij altijd aan het klussen ging. Deze moet wel wat aangepast worden, zodat zijn kist erin kan. Alles is mogelijk met zoveel handige familieleden. De passagiersbank wordt eruit geschroefd. Zussen gaan naar de Zweedse woongigant en kopen gordijnen voor het afdekken van de gereedschapstellingen aan de wand. Op de vloer wordt een vlonder gelegd om de kist veilig te vervoeren. Gerrits werkbus ondergaat een complete metamorfose en wordt een prachtige persoonlijke rouwauto. Over de afbeelding op de rouwkaart hoeft de familie niet lang na te denken. Op de voorzijde prijkt een foto uit Gerrits jonge jaren, natuurlijk op zijn motor. Op de dag van de begrafenis lopen we in een lange stoet van familie en genodigden door de wijk naar de kerk. Gerrit voorop in zijn eigen bus met achter het stuur zijn zoon. Tegen het einde van de uitvaartviering klinkt geronk van motoren. Zo zacht mogelijk, om de sereniteit in de kerk niet te verstoren, stellen Gerrits motorvrienden zich buiten de kerk in een erehaag op. Als de familieleden Gerrit de kerk uit dragen, draaien zijn motorvrienden de gashendel flink open. De klokken luiden het afscheid, maar worden overstemd door het luid geronk en gebrul van de motoren. Rondom de kerk blijven mensen verwonderd staan en fietsers stappen af. De wereld lijkt even stil te staan en de lucht wordt gevuld met louter nog het geluid van de motoren. Op zijn laatste rit naar de begraafplaats escorteren tientallen motoren de bus van Gerrit, weer met zijn zoon achter het stuur. Bij Gerrits huis houdt de stoet even stil en worden de gashendels nog eenmaal vol open gedraaid. Een allerlaatste eerbetoon aan een fervent motorrijder.
Afscheid in harmonie. In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Wilfried, een hardwerkende man met een boerenbedrijf, krijgt tijdens zijn huwelijk vier kinderen. Nadat de jongste geboren is begint het innerlijk te knagen. Hij heeft zijn leven geleefd zoals hij dacht dat het van hem verwacht werd. Maar diep in zijn hart houdt hij van mannen. Na een lange innerlijke worsteling vertelt hij het zijn dierbaren. Zijn kinderen reageren bijna enthousiast. Ze vinden het “cool’ en vragen of ze het ook op school mogen vertellen. Wilfried ontmoet Bert en de vonk slaat over. De kinderen vinden Bert erg leuk en ook later sluit de moeder van de kinderen Bert in haar hart. Wanneer ik wakker word van mijn telefoon en half slaperig Bert aan de lijn heb vertelt hij dat zijn partner overleden is. Ik spreek af zo gauw mogelijk bij hem te komen. Hij wil graag dat Wilfried thuis opgebaard wordt. Met die boodschap ga ik op pad. Ik kom de boerderij binnen, waar de kamer vol zit met familie en vrienden. De ziekte heeft Wilfried behoorlijk te pakken gehad, hij is sterk vermagerd. De conditie van zijn lichaam is slecht. Ik spreek uit dat een thuisopbaring met koeling misschien geen goed idee is. Naast het geluid van de motor die onrust in de woonkamer brengt, mag in die dagen de verwarming niet hoog staan. Met koude dagen in aantocht is dat geen plezierig vooruitzicht. De familie geeft toestemming om Wilfried te balsemen. Het resultaat is verbluffend. Wilfried heeft zijn normale huidskleur terug en zijn gezicht lijkt weer wat voller. De dagen erna is het een komen en gaan van familie en vrienden die afscheid komen nemen. De avond voor de uitvaart rijdt de oudste zoon zijn vader in hun eigen auto naar het restaurant, waar de condoleance plaats vindt. Het restaurant is gebouwd op grond van Wilfrieds vader. Mooi om daar de condoleance te houden. Die avond schuifelen er ruim zeshonderd mensen langs de met vele kaarsen verlichte en bloemen omringde kist van Wilfried. Op de wand zijn foto’s uit zijn leven te zien. Afwisselend zijn gezinsleven en foto’s met Bert. Gasten krijgen koffie en er is ruim tijd om elkaar te ontmoeten en te troosten. De volgende dag zit een groep van naaste familie en intieme vrienden in het crematorium. Wilfried wordt binnen gedragen door zijn vier kinderen, zijn man en zijn ex-vrouw. Samen steken ze de kaarsen aan rondom de kist. In harmonie vinden ze troost bij elkaar terwijl Eric Clapton zingt “of we zijn naam nog wel weten wanneer we elkaar in de hemel weer zien”
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Dichtbij. “Kun je dit wel aan?”, vraagt mijn zus als ik de kamer binnenkom. Vijf uur daarvoor kwam HET telefoontje waarvan ik me altijd afvroeg hoe dat zou zijn. En zoals zo vaak, kwam het ook nu toch onverwacht. Mijn broer hoefde niets te zeggen. “Vader?”, vraag ik. Nadat mijn tranen gedroogd zijn ga ik over tot actie. Collega’s nemen de lopende uitvaart over en ik licht zelf de betreffende familie in. Onderweg naar Limburg in de file vertraagt mijn gang. Tijd om gedachten toe te laten en ik mijmer over wat komen gaat. Twee jaar geleden al heeft mijn vader mij gevraagd of ik hem wilde begraven. Hij vroeg het in mooie woorden vol vertrouwen en erkenning naar mij. Wanneer ik zijn appartement binnenkom zit de kamer vol familie. Mijn familie. Tijdens de koffie praten we over onze vader, 98 jaar, een respectabele leeftijd, en wat gaan we hem missen. Met Niek en Tonny verzorg ik mijn overleden vader. We trekken hem zijn, inmiddels veel te groot geworden “zondagse” pak aan. Scheren, nagels knippen, zo mooi om te doen. Ik hoor dit vaak van anderen, maar voel en ervaar het nu zelf tot in elke vezel. Terug in de woonkamer in grote kring kijkt iedereen mij aan. Ik, de jongste, krijg de leiding. Ik leg uit wat er geregeld moet worden en taken worden verdeeld. Eerst de tekst van de kaart en de advertentie. Fons komt met het voorstel het Mariabeeld van de Kapel in ’t Zand op de kaart te zetten. Voor vader, als trouw “Maria-vereerder”, zo belangrijk. Alle kinderen en kleinkinderen komen op de kaart, een pagina vol. De volgende dag gaan we op pad. Niek en Tonny halen de plantjes van het graf van mijn moeder die mijn vader altijd met zorg daar plaatste. Frans en Ria doen aangifte bij de gemeente en de rest gaat naar de pastoor. Daar komen jeugdherinneringen boven. Hoe we in ganzenpas met elf man elke zondag naar de kerk liepen, twee banken vulden. Zo zijn we allemaal bezig met het regelen van de uitvaart. Aan het eind van de dag brengt een ieder verslag uit en krijgt het afscheid vorm. Wanneer we op de dag van de begrafenis met ons allen in de Uitvaartbus, vader in het midden, naar de kerk rijden, kijk ik tevreden om me heen. Ik kreeg de leiding over deze uitvaart, een héél dichtbij. En ja, ik kon het zeer goed aan om die vorm te geven samen met mijn broers en zussen.
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Terug, maar nooit meer thuis. ”Ik heb mijn vriend verloren”. Dat zijn de eerste woorden die ik hoor als ik vrijdagavond de telefoon opneem. De woorden komen hard binnen. Jaap en Sanne zijn toe aan een welverdiende vakantie. Samen met hun kleine meisje van een jaar oud vertrekken ze naar Frankrijk. Het leven lacht hen toe. Ze genieten van hun vakantie, zorgeloos en blij. Op een middag besluiten ze een stuk te gaan joggen. Er is oppas voor de kleine Isa dus ze hebben de tijd. Ze zijn zo’n 10 minuten onderweg als Jaap ineens begint te waggelen en valt. Een achtbaan van gebeurtenissen en emoties stormt op Sanne af. In het kleine plaatsje is de ambulance snel ter plekke en na herhaaldelijke pogingen om Jaap te reanimeren wordt dit gestaakt. Jaap wordt naar het plaatselijke mortuarium gebracht en Sanne mag wonderlijk genoeg niet bij de verzorging zijn. Zo anders dan in Nederland waar de familie bij alles rond de dood betrokken wordt. In Frankrijk wordt het lichaam standaard gebalsemd. Jaap dus ook. Wanneer Sanne hem weer mag zien, zitten er dikke lagen make-up op zijn gezicht om de schaafwonden en hechtingen te camoufleren. Dit is nauwelijks meer haar man! De gespierde armen en borstkast laten zien dat het haar Jaap is. Een paar dagen later komt Sanne in Nederland. Ik ontmoet haar en de ouders van Jaap in het huis waar ze pas een paar jaar wonen. De gang staat vol met vakantiebagage. Schepjes en emmertjes, zwembandjes, troosteloos ligt het in de gang. Bij een kop thee vertelt Sanne haar verhaal. De ouders van Jaap weten al een paar dagen dat hun kind overleden is, maar hebben hem nog niet gezien. Niet in staat om naar Frankrijk af te reizen. Voorzichtig bespreken we hoe het afscheid er uit komt te zien. Het meest belangrijke is dat Jaap thuis komt. De alarmcentrale meldt dat Jaap over twee dagen in Nederland aankomt. Laat op die woensdagavond ontvang ik Sanne en zijn ouders in het mortuarium. Na een lange rit is Jaap eindelijk weer thuis. Vanuit de zinken kist leggen we hem op een bed. Een flesje met Bretons strandzand, de schelpen en een haarknipje van de kleine Isa bij hem. Jaap is dan wel terug, maar thuis …nooit meer…
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Nooit meer koud. Tine verhuisde van het warme Indonesië naar het koude Nederland in de jaren v?ftig. Ze moest erg wennen aan de kou. In de winter kon de verwarming niet hoog genoeg staan. Haar kinderen groeiden op en Tine probeerde zoveel mogel?k te wennen aan het leven in Nederland, maar de kou wende nooit. Na het overl?den van haar man verhuisde ze naar een verzorgingshuis. Daar overleed ze op een zondagochtend op hoge leeft?d omringd door haar grote familie. Kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Samen met de dochters verzorg ik Tine. We wassen haar en verzorgen haar lichaam met geurige bodylotion. Ze draagt haar mooiste jurk en de zilvergr?ze haren in een knotje. T?dens de verzorging vertellen de dochters veel over haar leven. Hoe ze alt?d terug verlangde naar Java en haar vaderland alt?d is bl?ven missen. Het Verre Oosten moet dan ook zeker een plek kr?gen b? het afscheid van Tine. In plaats van het standaard kistenboek laat ik de familie het boek met manden zien. Zodra ze de bamboekist zien is de keuze snel gemaakt. De binnenbekleding wordt vervangen door batikdoeken. De kleinkinderen maken bloemen van crêpepapier in allerlei kleuren en leggen die b? oma. Op de rouwkaart komen de woorden Selamat jalan, goede reis. De dag van het afscheid breekt aan en in een lange stoet r?den we naar het crematorium. Voor aanvang van de ceremonie lopen alle gasten langs de geopende kist en klinkt er gamelanmuziek. Ook t?dens de plechtigheid is de kist nog steeds geopend, Tine is er zo nog steeds een beetje b?. Aan het einde van de plechtigheid wordt de kist als onderdeel van de ceremonie gesloten en weer klinkt er Indische muziek. Ik spreek afsluitende woorden en nodig de gasten namens de familie uit voor de koffie. Koffie met spekkoek in plaats van cake. De familie brengt moeder en oma naar de crematieruimte. Ze bl?ven ook b? de invoer van de bamboekist in de crematieoven. Ik ben een beetje verbaasd wanneer ik zie dat Senna en Jip van 8 en 10 jaar meelopen. Dat gebeurt niet vaak. Hoe zullen z? reageren wanneer de bamboekist met oma gecremeerd wordt? De crematoriummedewerker legt de procedure uit en Senna en Jip k?ken hun ogen uit. Toch wel een beetje spannend… Wanneer de ovendeur opengaat en de kist naar binnen geschoven wordt verzuchten beiden: “ Nu heeft oma het nooit meer koud”.
In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen. Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk! Live Muziek Het is zomer en ik zit bij Anja aan bed. Haar vriendin schenkt verse muntthee in grote glazen. Heerlijk bij dit warme weer. Anja is erg ziek, ze praat moeilijk wanneer we haar afscheid bespreken. Daar waar nodig vult haar vriendin aan. De inrichting van haar huis stuurt me in gedachten al een bepaalde kant op. Ik zie overal Boeddha beelden, geschilderde mandala’s, kleurige kleden hangen aan de wand. Anja is een spirituele vrouw en een natuurmens. Ze vertelt dat ze begraven wil worden op een natuurbegraafplaats, in een wilgentenen mand. De uitnodiging voor haar afscheid wil ze op papier, met vergeet-me-niet-zaadjes erin verwerkt. Wanneer je deze uitnodiging later in vochtige grond legt komen er na enkele weken plantjes tevoorschijn. Een blijvende herinnering van en aan Anja zelf. Slechts enkele dagen later hoor ik van haar vriendin dat Anja gestorven is. Samen verzorgen we Anja. Haar lichaam masseren we met geurige olie en wikkelen haar in een katoenen doek. Eigenlijk zoals je baby’s inbakert. Beschermend en koesterend. Zo ligt ze in haar mand, omringd met bloemen uit haar eigen tuin. Het is een warme dag als alle gasten bij elkaar komen bij de ingang van de begraafplaats. Iedereen heeft wilde bloemen meegebracht, geplukt in de tuin, de berm of een weiland. In een lange stoet lopen we met Anja, gedragen door haar vriendinnen, naar de boskapel. Houten banken staan in de schaduw van dikke eiken en oeroude beuken. Anja’s mand staat in het midden op vijf boomstronken. Verlicht door lantaarns en kaarsen. Familie en vrienden omringen haar. Als groet legt iedereen zijn of haar bloem op haar mand. Woorden van liefde en vriendschap worden gesproken en herinneringen worden gedeeld. Zo herdenken en vieren we het leven van Anja. Na het tweede muziekstuk wordt het stil onder de bomen. Volgens de planning moet er nog een derde stuk komen. Ik zie de begraafplaatsbeheerder, met een steeds roder wordend hoofd, verhit aan knoppen draaien. Hij kijkt mij enigszins wanhopig aan. De batterijen van de installatie zijn op… Blikken schieten heen en weer. Vanuit de stilte is de natuur plots hoorbaar. Alsof de vogels in de bomen door hebben dat er iets mis is beginnen ze nog harder te zingen en te fluiten. Iedereen begrijpt zonder woorden dat dit misschien wel zo moet zijn. Prachtige livemuziek die Anja begeleidt tijdens haar laatste gang naar haar graf.