Onaf
Het gebeurt niet vaak dat ik midden in de nacht gebeld word, maar als dat gebeurt weet ik dat ik nodig ben. Zo ook die nacht. Midden in de nacht, net wanneer de slaap het diepst is gaat de telefoon. Ik verbaas me er eigenlijk altijd weer over hoe snel ik dan wakker en helder ben.
Peter vertelt me dat zijn vader overleden is en ze weten niet goed wat te doen. “Willen jullie graag dat ik nu kom?” vraag ik. Aarzelend klinkt het ja. “We zijn nu allemaal hier en we kunnen toch niet slapen….”
Ik spring mijn bed uit, een snelle douche en rijd naar een van de dorpen buiten Almelo. Heel langzaam zie ik het licht worden. De zon komt op. Het belooft een warme dag te worden. Ik geniet van de stilte en de rit door het mooie Twentse landschap.
Ik ontmoet de familie die rondom het bed van hun geliefde man en vader zitten. Herman is onlangs 65 jaar geworden en nog maar een paar maanden met pensioen. Hoe zuur is het dat, net nu je tijd voor elkaar krijgt, het leven je zo te pakken neemt met ongeneeslijke kanker.
Een kopje koffie en kennismaking. Langzaam peilen hoe het afscheid van hun vader en echtgenoot eruit gaat zien. Wat heeft deze familie nodig om goed afscheid te nemen?
Een ding staat vast. De kerk was belangrijk voor Herman, dus sowieso een kerkelijke uitvaart met aansluitend een begrafenis. De kinderen hebben ook behoefte aan persoonlijke rituelen.
Ze vertellen over het leven van Herman. Een hardwerkende creatieve man, die graag met hout werkte en niet onverdienstelijk schilderde.
Al pratende krijgt het afscheid vorm.
We besluiten Herman op te baren in zijn atelier, in het tuinhuis. Met al zijn schilderspullen, schilderijen en gereedschap om zich heen. De plek waar hij rust en ontspanning vond.
Die middag denken we na over de rouwkaart. We struinen door het atelier en bekijken alle schilderijen die Herman gemaakt heeft. Een van de schilderwerken zal als prent op de rouwkaart en gedachteniskaartjes komen te staan. Maar welke? Mijn oog valt op een werk dat op de ezel staat. Herman was er nog mee bezig en volgens zijn zeggen nog niet af. Terwijl we daar over praten dringt de symboliek bij Herman’s vrouw en kinderen door. Deze wordt het. Onaf. Zoals ook het leven van Herman niet af was.