Verlaat Verdriet
We zijn bezig de tekst voor de rouwkaart en de advertentie op te stellen, wanneer de echtgenote van de overleden meneer begint te snikken. Samen met haar en 3 zonen regel ik de uitvaart. De ouders zijn hoogbejaard. Ik vraag wat haar zo verdrietig maakt. “Ik wil dat Christientje ook op de kaart en in de advertentie komt te staan” snikt ze. De zonen kijken elkaar niet begrijpend en verbaasd aan. Wie is Christientje? Het hoge woord komt eruit. Christientje is het eerste kindje van dit echtpaar dat na haar geboorte maar 3 dagen leefde.
Moeder verbleef nog in het ziekenhuis en vader bracht het kindje zoals toen gebruikelijk was naar de kerk, waar de pastoor en de “doodgraver” haar van de echtgenoot overnamen en het kindje gingen begraven. De echtgenoot keerde huiswaarts en ging over tot de orde van dag. We schrijven begin jaren 50 van de vorige eeuw.
Tot op de dag van het overlijden van haar echtgenoot werd er niet meer over gesproken, Christientje bestond niet en had niet bestaan…. maar wél in het hart van de moeder.
Vanzelfsprekend wordt Christientje op de kaart genoemd én in de advertentie.
Ik vraag de echtgenote of ze weet waar Christientje begraven is. Ze weet wel op welke begraafplaats, maar waar… geen idee. Ik vraag haar of ze het wil weten, want elke begrafenis wordt geregistreerd en dit moet te achterhalen zijn. Haar ogen beginnen te schitteren . Haar antwoord is duidelijk, we gaan het uitzoeken.
Nadat ik via de begraafplaatsbeheerder en de gemeente de plaats van het grafje heb weten te achterhalen ga ik op een mooie zomermiddag samen met haar naar deze plek.
Ergens op een veldje achter op de begraafplaats staan wat ijzeren stekers met vervaagde nummers erop. We vinden het grafnummer. Dat is de enige markering. Hier is Christientje meer dan 60 jaar geleden begraven. Stil staan we aan haar grafje en kijken elkaar aan. Wat ik denk spreekt zij uit…. Ik wil dat iedereen weet dat hier mijn kindje ligt. Zou ik er een steentje op mogen zetten?
We vragen dit aan de begraafplaatsbeheerder. Gelukkig komt er toestemming om dit alsnog te doen.
2 Maanden later plaats ik samen met haar het steentje op het graf van het nooit gekende zusje. Een klein bosje bloemen erbij. Na 65 jaar erkenning voor verdriet wat er niet mocht zijn.