In de columns die Wies maandelijks schrijft in het weekblad "Hallo Almelo", krijgt u een blik achter de schermen van de uitvaart en alle zaken en verhalen die daarmee samenhangen.
Soms met een lach, soms met een traan, maar altijd Puur Persoonlijk!
Dichtbij.
“Kun je dit wel aan?”, vraagt mijn zus als ik de kamer binnenkom.
Vijf uur daarvoor kwam HET telefoontje waarvan ik me altijd afvroeg hoe dat zou zijn. En zoals zo vaak, kwam het ook nu toch onverwacht. Mijn broer hoefde niets te zeggen. “Vader?”, vraag ik. Nadat mijn tranen gedroogd zijn ga ik over tot actie. Collega’s nemen de lopende uitvaart over en ik licht zelf de betreffende familie in.
Onderweg naar Limburg in de file vertraagt mijn gang. Tijd om gedachten toe te laten en ik mijmer over wat komen gaat. Twee jaar geleden al heeft mijn vader mij gevraagd of ik hem wilde begraven. Hij vroeg het in mooie woorden vol vertrouwen en erkenning naar mij.
Wanneer ik zijn appartement binnenkom zit de kamer vol familie. Mijn familie. Tijdens de koffie praten we over onze vader, 98 jaar, een respectabele leeftijd, en wat gaan we hem missen. Met Niek en Tonny verzorg ik mijn overleden vader. We trekken hem zijn, inmiddels veel te groot geworden “zondagse” pak aan. Scheren, nagels knippen, zo mooi om te doen. Ik hoor dit vaak van anderen, maar voel en ervaar het nu zelf tot in elke vezel.
Terug in de woonkamer in grote kring kijkt iedereen mij aan. Ik, de jongste, krijg de leiding. Ik leg uit wat er geregeld moet worden en taken worden verdeeld. Eerst de tekst van de kaart en de advertentie. Fons komt met het voorstel het Mariabeeld van de Kapel in ’t Zand op de kaart te zetten. Voor vader, als trouw “Maria-vereerder”, zo belangrijk. Alle kinderen en kleinkinderen komen op de kaart, een pagina vol.
De volgende dag gaan we op pad. Niek en Tonny halen de plantjes van het graf van mijn moeder die mijn vader altijd met zorg daar plaatste. Frans en Ria doen aangifte bij de gemeente en de rest gaat naar de pastoor. Daar komen jeugdherinneringen boven. Hoe we in ganzenpas met elf man elke zondag naar de kerk liepen, twee banken vulden.
Zo zijn we allemaal bezig met het regelen van de uitvaart. Aan het eind van de dag brengt een ieder verslag uit en krijgt het afscheid vorm.
Wanneer we op de dag van de begrafenis met ons allen in de Uitvaartbus, vader in het midden, naar de kerk rijden, kijk ik tevreden om me heen.
Ik kreeg de leiding over deze uitvaart, een héél dichtbij. En ja, ik kon het zeer goed aan om die vorm te geven samen met mijn broers en zussen.